VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

Korting op de huur is korting op de erfenis

Geplaatst op: 11-08-2016, 17:19:58

Een punt waarover vaak ruzie ontstaat tussen de kinderen als de ouders zijn overleden, is hoe er om gegaan moet worden met schenkingen die het ene kind wel en het andere niet heeft gekregen. In beginsel wordt dat niet recht getrokken omdat de wet zegt dat de schenking niet verrekend hoeft te worden bij de verdeling van de nalatenschap.

Maar er is ook nog de regel dat de legitieme portie niet geschonden mag zijn door schenkingen. Stel dat ik twee kinderen heb en het ene kind bij leven mijn hele vermogen geef, dan krijgt het andere kind niets. Zou ik geen schenkingen gedaan hebben, dan hadden mijn kinderen normaal gesproken ieder recht op de helft. De legitieme portie is daarvan weer de helft, dus in dit voorbeeld 25% van mijn vermogen. Maar ik heb alles weggeschonken, dus beide kinderen erven 50% van niets. Feitelijk heeft het ene kind echter 100% gekregen en het andere 0%.

Het ondergeschoven kind kan een beroep doen op de artikelen 65 en 70 van Boek 4 van het Burgerlijk wetboek. De schenkingen moeten dan in dat geval toch meegeteld worden in de erfenis, zodat er wel degelijk een correctie plaats vindt doordat de legitieme portie in euro’s hoger wordt.

Correctie

Een interessante uitspraak is die van het Gerechtshof Amsterdam. De ouders hadden een pand en verhuurden dat tegen een te lage prijs aan de bv van hun zoon. Het voordeel lag dus niet direct bij een kind. Wel indirect, want door deze lage huur kon de bv meer winst maken en die kwam natuurlijk ten goede van de zoon die eigenaar was van de bv.

Het andere kind was het hier niet mee eens, want als de huur marktconform was geweest, zou de erfenis groter zijn geweest en zou hij dus meer geërfd hebben.

Ik laat de argumenten achterwege, maar van belang voor iedere ouder en ieder kind is, dat de rechters van mening zijn dat er geen overeenkomst hoeft te zijn tussen de ouder en het bevoordeelde kind waaruit blijkt dat er sprake is van een schenking. Het geheel van alle handelingen samen kan tot de conclusie leiden dat er wel degelijk sprake is van een bevoordeling van het ene kind boven het andere. Daardoor kan het zijn dat dit voordeel toch gecorrigeerd wordt in de verdeling van de erfenis.

Studiekosten

Stel dat de grootouders de studiekosten van het kind van hun ene zoon wel betalen, maar niets geven aan hun andere kind dan wel zijn of haar kind. Ook dan is er sprake van een indirect voordeel voor het ene kind. Dit kind hoeft tenslotte niets bij te dragen aan de studiekosten van zijn/haar studerende kind. Op basis van de redenatie van het Gerechtshof kan zijn broer of zus claimen dat dit voordeel via de berekening van de legitieme portie gecorrigeerd moet worden.

Maar let wel op: de rechters hebben gesteld dat er niet alleen sprake moet zijn van een (in)direct voordeel maar dat het ook de bedoeling moet zijn geweest om dit voordeel te doen toekomen aan het ene kind. In de fictieve situatie van de studiekosten zou geoordeeld kunnen worden dat de grootouders alleen de bedoeling hadden om hun studerende kleinkind financieel te helpen en niet om zijn/haar ouders uit de brand te helpen. In dat geval wordt er niets gecorrigeerd.

Bron: Column van Ernst Loendersloot, kandidaat-notaris bij het kantoor Huenges Wajer Joosten in Maastricht, op www.dft.nl van 11 augustus 2016

Vorige pagina